Moderne Diplomatie

09 juni 2013

Toen ik in 1970 de opleiding voor de diplomatieke dienst volgde,hoorde ik al over een ambassadeur die zou hebben gezegd : “ un Diplomate ne parle pas fromage” .Met andere woorden: diplomaten doen niet aan economie en handelsbevordering. Dat was wel een anekdote van vlak na de Tweede Wereldoorlog of misschien zelfs van nog daarvoor. In werkelijkheid spande ook in 1970 de Nederlandse diplomatieke dienst zich zeer in voor het Nederlands economisch belang . Dat is tot op de dag van vandaag het geval. Handelsbevordering behoorde en behoort tot de kerntaken van onze diplomaten.

Met vele anderen verbaasde ik mij dan ook over de denigrerende opmerking van Uri Rosenthal, de vorige minister van Buitenlandse Zaken, dat diplomatie “een rustiek tijdverdrijf “ zou zijn. Dat deed denken aan het ridicule beeld van met elkaar sigaren rokende en sherry drinkende diplomaten, op weg van de tennisbaan naar de golfclub. Rosenthal merkte verder op dat de diplomatieke dienst zich vrijwel uitsluitend met de bevordering van het Nederlands economisch belang zou moeten bezig houden. 

Maar rechtstreekse behartiging van de economische belangen van ons land is slechts een van de kerntaken van ons buitenlandse beleid. Het onderhouden van politieke en culturele betrekkingen met andere landen behoort daar evenzeer toe, evenals het bijstaan van Nederlanders die in het buitenland in problemen zijn gekomen. Maar ook de bevordering van de mensenrechten in de wereld en het handhaven en tot stand brengen van vrede en veiligheid behoren tot die kerntaken.

Voor dit alles is een integraal , goed gecoördineerd buitenlands beleid noodzakelijk, gevormd en uitgevoerd door vakmensen op de posten in het buitenland en het ministerie in Den Haag..Zoals bij ieder onderdeel van beleid is ook en juist op Buitenlandse Zaken voortdurend aanpassing aan de eisen van de snel veranderende wereld nodig. Niet omdat er thans sprake is van “rustiek tijdverdrijf”,  maar om nog beter op die veranderingen te kunnen inspelen.

Het is dan ook nuttig dat er een commissie van “Wijzen” is benoemd die het functioneren van het ministerie van Buitenlandse zaken en de diplomatieke dienst onderzoekt en met aanbevelingen voor modernisering daarvan komt. Die commissie, onder leiding van Arhur Docters van Leeuwen, is onlangs met een eerste rapport gekomen. In dat rapport staat kritiek op het “verkokerde” functioneren van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag .Die kritiek lijkt zinnig. Maar het rapport lijkt ook wat aan te schurken tegen Rosenthals vooringenomen mening over een archaïsche diplomatieke dienst. Met veertig jaar ervaring als diplomaat en als politicus ( met buitenlandse zaken in mijn portefeuille) herken ik dat beeld niet. Ik heb gewerkt met honderden Nederlandse diplomaten in tientallen landen. Op een enkele uitzondering na waren en zijn dat professionals, die zich dag in,dag uit vakkundig bezig houden met de bevordering van de Nederlandse belangen ,economische en anderszins en met de andere kerntaken van ons buitenlandse beleid.

Voor dit alles zijn goede, diepgaande inhoudelijke contacten met velen in het land van vestiging essentieel bij het werk van een diplomaat. De commissie van Wijzen denkt te hebben geconstateerd dat onze diplomaten een te beperkt netwerk onderhouden. Ook hier is mijn ervaring van vele jaren anders. Juist op Nederlandse ambassades ontmoet je interessante en waardevolle mensen uit de wereld van cultuur, ontwikkelingssamenwerking , wetenschap en andere sectoren Diplomatie is inderdaad netwerkdiplomatie”, zoals de commissie zegt. Maar ook dat is  niet nieuw. Netwerkdiplomatie is ook werk van lange adem, waar dan ook lang van geprofiteerd kan worden.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken moet onder het kabinet Rutte 2 honderd miljoen euro bezuinigen, terwijl men nog bezig is met de implementatie van 55 miljoen bezuinigingen van Rutte 1 .De Commissie van Wijzen concludeert dat als Nederland al zijn ambities wil waar maken juist meer geld voor de diplomatieke dienst nodig is. Laat Minister Timmermans dan ook dit rapport gebruiken om zich in het kabinet te verzetten tegen die enorme bezuinigingen op de diplomatieke dienst. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Of :wees niet penny-wise en pound-foolish.  Want dan kunnen onze diplomaten echt niet meer over kaas praten.

 


 

Archief


© Fotografie: Carolien Achterbosch
Website: Refa ICT en Endeloos