Minderheidskabinet Rutte II
18 februari 2013Tot oktober 2010 kenden we in Nederland voornamelijk meerderheidskabinetten, bestaande uit twee of meer partijen. Daarna kwam het gedoogkabinet Rutte I, met een minderheid van VVD en CDA, en gedoogsteun van de PVV. Sinds november 2012 is er het kabinet Rutte II. Dat is ogenschijnlijk een meerderheidskabinet, omdat de twee coalitiepartijen , VVD en PvdA, een meerderheid in de Tweede Kamer hebben. Maar in de politieke praktijk is het een minderheidskabinet, vanwege gebrek aan een meerderheid in de Eerste Kamer.
Dat werd vorige week voor het eerst echt duidelijk, toen minister Blok van Wonen zich in vele bochten moest wringen om zich in beide Kamers van een meerderheid te verzekeren voor de kabinetsplannen inzake het woningbeleid. Nadat hij aanvankelijk nogal onhandig had onderhandeld met om de beurt de CDA Eerste- en Tweede Kamerfractie, wist hij die meerderheid rond te krijgen met behulp van D66, Christen Unie en SGP in de Tweede Kamer. Hij had daarbij wel de hulp van premier Rutte, minister Dijsselbloem en de fractievoorzitters Samsom ( PvdA) en Zijlstra (VVD) nodig. De komende tijd zullen we dergelijke manoeuvres nog vaak zien: nogal wanhopige ministers die in beide Kamers een meerderheid zoeken voor plannen uit het regeerakkoord.
Deze ontwikkeling lijkt prachtig. Het regeerakkoord dat gedurende de gehele kabinetsperiode het parlement in belangrijke mate lam legt is nu verworden tot niet meer dan een wensenlijstje. Alleen met wisselende meerderheden in de beide Kamers kunnen die wensen van de coalitie worden verwezenlijkt. Een feest voor de parlementaire democratie, met een zeer sterke positie van het parlement en een overwinning van het dualisme op het monisme.
Dat zou zo zijn wanneer het zoeken naar meerderheden in het parlement door het kabinet niet in achterkamertjes zou plaats vinden, zoals vorige week met het “Blokakkoord “ het geval was. Op die manier wordt de Tweede Kamer een labyrint van achterkamertjes, waar Ferry Mingelen en zijn collega’s voortdurend achter dichte deuren staan te wachten op witte rook. Niet transparant en geheimzinnig, waardoor de burgers door de bomen het bos niet meer zien.
Neen, het is pas een feest voor de democratie wanneer het werken aan parlementaire meerderheden in het openbaar gebeurd. In tranparante Kamerdebatten, waar meningen en argumenten worden uitgewisseld, waar echt naar elkaar wordt geluisterd en waar uiteindelijk de meerderheid beslist. Een meerderheid die bij verschillende onderwerpen zal bestaan uit verschillende combinaties van partijen. En dat zal, hoe lastig ook voor het kabinet, in beide Kamers moeten plaats vinden. Fout van het proces bij het “Blokakkoord” was immers niet alleen het achterkamertjesgebeuren, maar ook de vreemde situatie dat in feite in de Tweede Kamer werd beslist hoe straks de Eerste Kamer moet stemmen. Senatoren als stemvee.
Alleen wanneer wordt voldaan aan de voorwaarde van transparantie in open Kamerdebatten en de achterkamertjes worden uitgestoft, is er werkelijk sprake van een feest voor de democratie.
Archief