Handhaaf norm ontwikkelingshulp
29 april 2010In het verkiezingsprogramma van mijn partij, de VVD, staat terecht dat de welvaart in Nederland voor een groot deel afhangt van het buitenland. Daarom is het van belang om vanuit Nederland een zo groot mogelijke bijdrage te leveren aan economische groei, overal in de wereld. Dat kan door een liberaal handelsbeleid, door het bevorderen van veiligheid en democratie en ook door ontwikkelingssamenwerking.
Het is daarom onlogisch en ongewenst dat hetzelfde VVD-verkiezingsprogramma de uitgaven voor ontwikkelingshulp met de helft wil verminderen. Er moet worden voortgegaan met het verbeteren van de effectiviteit van de ontwikkelingshulp. Hulp aan corrupte regeringen mag natuurlijk niet worden verstrekt. Er moet veel minder versnippering van de hulp komen, door aan minder landen hulp te verstrekken en door samen te werken met andere westerse landen, vooral binnen de Europese Unie. Private investeringen in ontwikkelingslanden moeten gestimuleerd worden, omdat daarmee de lange termijn economische weerbaarheid van die landen vergroot wordt. Mikro- kredieten, in het bijzonder voor vrouwen, zijn effectief. Maar, nogmaals, het halveren van de hulp is een verkeerde maatregel op het verkeerde moment. Veel ontwikkelingslanden zijn juist nu slachtoffer van de wereldwijde economische crisis, die buiten hun schuld is ontstaan.
Geen halvering van de hulp dus, maar het kan wel iets minder. Sinds jaar en dag voldoet Nederland niet alleen aan de officiële norm van de Verenigde Naties om 0,7% van het Nationaal product aan ontwikkelingshulp te besteden.Ons land doet daar met 0,8% nog een schepje bovenop. Heel veel andere rijke landen, waaronder de Verenigde Staten en een aantal grote Europese landen, voldoen bij lange na niet aan die officiële norm. Al te goed is buurmans gek en daarom kan die extra 0,1% wel van onze ontwikkelingshulp af.
Ontwikkelingssamenwerking is trouwens niet alleen iets tussen regeringen. Maatschappelijke organisaties, hier en in de ontwikkelingslanden, spelen daarbij een grote rol. Ook veel gemeenten doen aan ontwikkelingssamenwerking, waarbij overigens ook minder versnippering en meer coördinatie moet plaatsvinden.
Het is van groot belang dat maatschappelijke organisaties het voortouw overlaten aan locale organisaties in ontwikkelingslanden. Die organisaties moeten zelf met projectvoorstellen komen en deze zelf uitvoeren. Een organisatie die dat heel goed doet is Terre des Hommes. Daarom ben ik daarvan met overtuiging en plezier ambassadeur.