Spanning tussen ambtenaren en politiek
30 januari 2023Politieke profilering fnuikend voor verhouding Politici en Ambtenaren.
Door Frans Weisglas
Gepubliceerd in de Volkskrant van 23 – 1- 2023
Hoge ambtenaren komen regelmatig in het Torentje om met de minister-president en andere bewindslieden te spreken over allerlei onderwerpen. Maar vorige week vond daar een bijzondere bijeenkomst plaats. Topambtenaren spraken daar met premier Rutte en minister van binnenlandse Zaken Bruins Slot over toenemende spanning tussen de politiek en de ambtenarij.
De belangrijkste oorzaak van deze spanning tussen ambtenaren en politici wordt scherp weergegeven in de volgende twee citaten uit een brief van november 2022 van vijftig topambtenaren aan de Minister-president en de Minister van Binnenlandse Zaken: “ ambtenaren moeten hun werk kunnen doen zonder het risico te lopen in het politieke debat te worden getrokken” en “de samenwerking met de politiek moet zijn gericht op effectief beleid en niet enkel op politieke profilering “
Het laatste is in toenemende mate het geval. Politici en politieke partijen zijn in dit tijdperk van “waan van de dag “, sociale media en polarisatie steeds meer bezig met hun politieke profilering. Hoe komen de negenentwintig bewindslieden over in de ( sociale) media en ten opzichte van collega,s van een andere partij is bij velen van hen een te overheersende vraag. En als vakministers als bijvoorbeeld Kuipers en Dijkgraaf die vraag veronachtzamen zijn het wel de “spindokters” van hun partij die hen bij de les houden. Bij dit politiek profileren en het goed en schadevrij willen overkomen worden ambtenaren ten onrechte steeds meer betrokken. Niet de vraag naar een objectief ambtelijk advies staat altijd centraal, maar steeds vaker de invalshoek van hoe houd ik de minister uit de wind.
Dat leidt ertoe dat ambtelijke adviezen niet slechts vanwege hun inhoud worden gevraagd en dat leidt tot de nu door henzelf begrijpelijk als verontrustend aangemerkte spanning met de politiek.
Er zijn een aantal ontwikkelingen die dit fenomeen van het zo vaak overheersen van de politieke profilering versterken en aanjagen.
Tegenwoordig hebben alle ministers en staatssecretarissen een of meer door hun partij aangestelde politieke assistenten vrijwel permanent aan hun zijde. Het is de taak van deze “p.a.” om de politieke positie van hun bewindsman of vrouw en die van de partij voorop te stellen. Maar hun rol is zo prominent geworden dat de objectieve inhoudelijke en deskundige advisering van de departementsambtenaren op het tweede plan dreigt te komen. Het gaat nog een stap verder : ook van die ambtenaren wordt door politici in toenemende mate verlangd om een bijdrage te leveren aan hun politieke profilering en imago.
In de tweede plaats is er de WOO (Wet Open Overheid), de vroegere WOB (Wet Openbaarheid Bestuur),waardoor terecht maximaal mogelijke transparantie bij politieke besluitvormingsprocessen is vereist. Maar de keerzijde daarvan is dat, wederom met het oog op de politieke positie van bewindslieden, aan ambtenaren bij het opstellen van hun adviezen wordt gevraagd om steeds rekening te houden met de mogelijke openbaarmaking daarvan en dat komt de onbevangenheid en inhoud van die adviezen niet altijd ten goede.
Dan is er de ABD (de Algemene Bestuursdienst), waaronder alle topambtenaren van het Rijk vallen.Werkwijze van die dienst is dat die ambtenaren ongeveer iedere vier jaar worden overgeplaatst naar een ander ministerie of rijksdienst. Hierdoor zijn topambtenaren steeds meer all round managers geworden en steeds minder prominente inhoudelijke deskundigen met lange ervaring op een beleidsterrein en een ministerie. Zij zijn daardoor minder dan vroeger in staat en gemotiveerd om inhoudelijk tegenwicht te bieden aan door politieke motieven ingegeven wensen van bewindslieden en de politiek in het algemeen.
Tenslotte worden ambtenaren regelmatig bij name bekritiseerd tijdens debatten in de Tweede Kamer. Dat is niet correct . De ministers zijn altijd verantwoordelijk.En ambtenaren kunnen zich niet verdedigen in het openbaar. Deze ontwikkeling roept terecht veel wrevel op bij ambtenaren.
Wat zijn de oplossingen om de toegenomen spanning tussen politiek en ambtenarij te doen verminderen en liefst te doen verdwijnen.
Allereerst een andere houding van de politiek, de Tweede Kamer voorop: minder korte termijn politiek en profilering, meer focus op inhoud, lange termijn en niet te vergeten de uitvoering van beleid. Geen kritiek op ambtenaren in Kamerdebatten.
Minder politiek assistenten, voorlichters en spindokters en een minder prominente positie voor deze functionarissen, teneinde de te grote invloed van politieke partijen op ministers van de Kroon te verminderen.
De wet WOO is goed voor transparantie naar burgers en media, maar mag de inhoudelijke advisering door ambtenaren niet beïnvloeden. Dat vraagt om sterke, ervaren, inhoudelijk deskundige (top)ambtenaren. Het overplaatsingssysteem van de ABD is daarbij een belemmering. Het is dan ook goed dat het regeerakkoord beoogt verandering in dat systeem te brengen.
Frans Weisglas
Oud- Voorzitter van de Tweede Kamer en oud Rijksambtenaar.
Archief